Om de AWL Trigger in te schakelen moet het volgende icoontje in de Debug toolbar aangeklikt worden:
Deze instelling is ook te vinden in:
Om te weten of een bepaald stuk code wel of niet wordt doorlopen kan je, terwijl je online bent, je cursor op de desbetreffende regel plaatsen. Als die code wordt doorlopen loopt er rechtsonder in beeld een teller om dit aan te geven:
Deze functionaliteit zit al vanaf het begin in Lasal.
Sinds een tijdje is het ook mogelijk om de AWL trigger per object te bekijken.
Als er in het project meerdere objecten van dezelfde class bestaan kan het zo zijn dat in het ene object de code wel, en in het andere object de code niet doorlopen wordt.
Dit kan ingesteld worden door bovenin het code venster met het pull-down menu Debug Context: het gewenste object te kiezen.
De AWL trigger werkt dan alleen voor dat object. Als je de bovenste lege regel van dit menu kiest werkt de AWL trigger weer voor alle objecten.
De debugging context wordt ondersteund vanaf OS versie 01.02.160