DATALOGGEN VOOR NOG SNELLERE RONDETIJDEN..
..alles uit je zijspan halen..
door; Paul Quadvlieg, Aandrijftechniek

Volgens Rogier is data kennis en van groot belang om nog betere resultaten en snellere rondetijden neer te kunnen zetten.“De data die ik analyseer geeft aan de hand van de GPS locatieweer waar ik rem, waar ik gas geef, waar ik teveel wielspin heb etc. Zo kan ik precies uitdokteren in welke bocht ik later kan remmen,of juist eerder. Door deze data te analyseren en te finetunen, kanik nog snellere rondetijden neerzetten.” Om de data op te slaan gebruikt Rogier een 4-tal S-DiasSigmatek modules. Deze modules zijn zeer compact en kunnentoch veel data handelen. De CP102 is de CPU-module met Edge2processor, daarnaast zit een DM161 digital mix module met 8 digitale inputs en 8 digitale outputs, dan de KL091 voedingsmodule en tot slot een AI088 analoge input module voor bijvoorbeeld de temperatuurmeting. Alle data die via de S-Dias Sigmatek modules binnenkomt moet via software geanalyseerd worden. “Vanuit mijn verleden als machinebouwer heb ik al langer ervaring met de Lasal software van SigmaTek. De kracht van Lasal is het object georiënteerd programmeren. Alles is in kleine blokken op te delen, waardoor iets veel gemakkelijker aan te passen is. Bovendien past dat ook in de tijdgeest van minder kosten en meer flexibiliteit.”

Compacte modules
 Rogier legt uit welke data hij allemaal wil meten. “Van het motorblok wil ik de inspuitduur en het inspuitmoment weten, dan kan ik in de gaten houden wat het motor managementsysteem doet. Ook de stand van de gashendel gaat via een sensor naar de datalogging. De motor temperatuur en koelwater temperatuur zijn eveneens van belang. Verder wil ik de remdruk meten, die wordt door twee Balluf druksensoren gemeten. Rogier legt uit welke data hij allemaal wil meten. “Van het motorblok wil ik de inspuitduur en het inspuitmoment weten, dan kan ik in de gaten houden wat het motormanagementsysteem doet. Ook de stand van de gashendel gaat via een sensor naar de datalogging. De motortemperatuur en koelwatertemperatuur zijn eveneens van belang. Verder wil ik de remdruk meten, die wordt door twee Balluf druksensoren gemeten. Desnoods kan ik de remdruk onder het rijden nog finetunen. Daarnaast meten wede GPS-snelheid en de wielsnelheid. Dan kan ik exact zien waar eventueel wielspin is. Een beetje wielspin mag, maximaal 2 tot 3 procent wielspin bij maximale aandrijfkracht.” Naar de vraag of ze geen traction control gebruiken, antwoordt Rogier: “Nee, we mogen geen traction control of antiblokkeersysteem gebruiken. Dat staat in de voorschriften van de ‘Interessen Gemeinschaft Gespannrennen’ IGG. Deze voorschriften zijn door de rijders zelf opgesteld. Zo ligt bijvoorbeeld ook de bandenmaat vast.

  Volgens Rogier is data kennis en van groot belang om nog betere resultaten en snellere rondetijden neer te kunnen zetten.“De data die ik analyseer geeft aan de hand van de GPS locatie weer waar ik rem, waar ik gas geef, waar ik te veel wielspin heb etc.Zo kan ik precies uitdokteren in welke bocht ik later kan remmen,of juist eerder. Door deze data te analyseren en te finetunen, kan ik nog snellere rondetijden neerzetten.”

  lees het complete artikel

Flexo Plate Mounting - volledig geautomatiseerd
volledig geautomatiseerde plaat montage machine  met SIGMATEK

 Dat het flexografisch printen de afgelopen jaren een enorme vlucht heeft genomen is een feit. Met het gebruik van een flexibele drukplaat (cliché) kan op bijna elk type substraat, inclusief plastic, metalen, aluminium films of cellofaan in full colour geprint worden. Dat gebeurt met geavanceerde drukpersen die tot wel 10 kleuren in één drukgang kunnen realiseren, waarbij de kwaliteit van de print het diepdruk verbazingwekkend goed benadert. Het Nederlandse bedrijf AV Flexologic ontwikkelt en produceert vanuit Alphen aan de Rijn wereldwijd mounting en pre-press machines voor deze industrie. Vanaf 2008 worden Fully Automated Mounting Machines (FAMM) ontwikkeld, waarvan de 3e generatie met lineaire geleiding van SINAdrives en de hard- en software van SIGMATEK (AU) gedistribueerd en ondersteund door SigmaControl (NL) excelleren in snelheid en kwaliteit. Geëngineerd met behulp van een geïntegreerd object georiënteerd programmering pakket; van besturing en drives tot safety technologie.

“Er zijn zelfs nu nog klanten die op het oog drukplaten staan uit te lijnen”, zegt Onno Toor, hoofd engineer voor de FAMM bij AV Flexologic. We staan naast een machine die al een behoorlijke weg heeft afgelegd in ontwikkeling. De eerste generatie volledig geautomatiseerde mounting machine kwam uit in 2008 en was al behoorlijk revolutionair te noemen; de operator levert enkel materiaal aan en het montagewerk wordt volledig uitgevoerd. Een zogenaamde sleeve (lichtgewicht koker met plak laag) behoeft enkel door de operator in de machine te worden geplaatst waarna de rubberen drukplaat er op wordt geplakt. “De FAMM neemt het positioneren van de plaat eigenlijk over waardoor de kwaliteit van de montage niet meer van de operator afhankelijk is. Zo kunnen direct al meerdere platen nauwkeurig en zonder operator interventie gemonteerd worden”, zegt Onno. “We hadden al een manuele montage machine ontwikkeld (MOM) waarbij operators de plaat zelf moesten positioneren, maar met de FAMM zijn we uiteindelijk zover dat we de sleeve en alle platen kunnen invoeren in één machine. De operator hoeft zich niet meer te focussen op de kwaliteit, als hij/zij de machine maar kan bedienen”

Ontwikkeling brengt snelheid en precisie
De FAMM 3.0 kan worden gezien als een complexe machine en AV Flexologic doet er werkelijk alles aan de nodige support te leveren; veel filmpjes op internet en uitleg door specialisten. “Het duurt even voordat de operator gewend is, maar het is gewoon ook een kwestie van training. Grappig is wel dat wanneer wij de nieuwe machine plaatsen, operators niet kunnen geloven dat de targets zo nauwkeurig gemonteerd zijn en durven de sleeves dan niet naar de pers te sturen. Echt een compliment als je dan achteraf hoort dat ze de beste montage sinds tijden hebben gemaakt ” , lacht Onno. De specificaties liegen er niet om; bij de invoer met 1 cm speling vanuit de middenlijn wordt een cliché binnen 5 micron positie nauwkeurigheid en binnen 30 seconde op de juiste positie op de sleeve geplakt. De assen en drukrollen in de machine bewegen nu zo, dat er 2 drukplaten tegelijk kunnen worden verwerkt. Toor:” Bij de eerste generatie hadden we een manipulator in de machine, een losse unit die de rubberen plaat puur op frictie vanaf de lopende band de machine introk. Maar al vrij snel stapte we over op vacuüm systemen, wat zich bij de FAMM 3.0 al doorontwikkelde tot het gebruik in een 3-tal tafels. Het vacuüm op de tafel grijpt de plaat vast en wordt daardoor gepositioneerd. Eigenlijk is de invoer simpeler gemaakt en het werkende deel wat vaster. Als je het vergelijkt met de 1e generatie zijn dat aanzienlijke verbeteringen omdat je minder massa in de machine hoeft te bewegen.“

Inside the machine

Uniek aan de 3.0 versie is toch wel de inzet van lineaire motoren van SINAdrives. Volgens Toor sinds het gebruik hiervan in de FAMM 3.0 een enorme verbetering in snelheid. “Voorheen maakten we gebruik van een stalen balk met tandheugel en 2 lineaire geleidingen. Samen met een servomotor die hem heen een weer bewoog, weegt dat natuurlijk niet op tegen het gebruik van lineaire motoren.” Zoals eerder gezegd is gewicht nogal een dingetje; het moet soepel lopen en niet te zwaar, anders krijg je het niet in positie. En daar komt ook het gebruik van de overige motoren bij kijken. “De zwaarste servomotoren zitten in de lift, essentieel om daar positie feedback van terug te krijgen. Er zit ook een extra veiligheid ingebouwd; wanneer de operator een grote cilinder plaatst maar tegen de machine heeft verteld dat het een kleine cilinder is, zou de machine beschadigd kunnen worden omdat de lift verder omhoog gaat dan nodig. Gelukkig is er een sensor die een ruwe meting van de diameter doet en snel een te groot verschil ziet. Daarnaast geeft de lift ook feedback omdat deze harder moet werken dan normaal..”, zegt Onno.

Handig gebruik makend van Oostenrijkse engineering
 Bij AV werd al eerder gewerkt met de hard- en software van het Oostenrijkse SIGMATEK. Bij variant 1 van de FAMM werd bij de aansturing van servo’s voor motor en lift al getest; echter werden eigen steppers en software bij voorkeur ingezet bij versie 2. Bij FAMM 3.0 vooral voor de aansturing van de lineaire motor en de servomotor die nodig is voor de rotatie van de as. En met het gebruik van het Lasal All-in-One software pakket voor de engineering is ook een behoorlijke stap vooruit gezet; “Eigen programma ontwikkeling kost veel tijd en je bent ook genoodzaakt dat steeds door te ontwikkelen. De kracht is het bedenken van de machine, als we daarbij in de software wat ontlast kunnen worden is dat fijn. Onze corebusiness zit in het monteren met daarnaast betrouwbaarheid en service”, zegt Onno.

Machine CPU’s  krijgen ‘soft router’ voor remote acces en html 5
door Liam van Koert

In een tijd waarin de wolken je om de oren vliegen, heeft menig automatiseringsaanbieder wel een kastje waarmee je een machine aan het internet kunt hangen. Wat Lucien Kouwenhoven, directeur van SigmaControl betreft kan dat handiger: je zet de routingsoftware gewoon op de CPU. Of beter gezegd, op het SD-kaartje ernaast. De voordelen liggen voor de hand. Voor dezelfde functionaliteit hoef je geen los kastje te kopen en dat scheelt geld en ruimte.

Het is niet de eerste kleer dat Kouwenhoven een CPU-verhaal afsteekt op de SPS IPC Drives. Twee jaar eerder nog legde hij uit (dat uitleggen in gewone mensen taal gaat hem overigens bijzonder goed af) hoe je met plug-ins de juiste software bij de juiste processor in het veld krijgt. HMI of deltarobot? Centraal of decentraal? Waarom niet het beste van twee werelden? Veel rekenkracht in het veld, maar je niet hoeven druk te maken welk programma waar draait. In het verlengde hiervan nu een extra routing ‘plugin’ die standaard beschikbaar is voor besturingen van Sigmatek, het Oostenrijkse merk dat hij in de Benelux vertegenwoordigd.  Kouwenhoven: ‘Remote acces voor je machine? Je hoeft alleen maar een vinkje aan te zetten en klaar ben je.’

Kostenbesparend voor kleine machines
Een remote kastje zoals die sinds enige jaren van verschillende – ook Nederlandse en Belgische fabrikaten – op de markt zijn, kost zo’n 400 euro. Misschien is er een abonnementsvorm met ‘gratis’ hardware, misschien een raspberry pi versie die ‘geïndustrialiseerd’ is in een IP-veel behuizing en met industriële connectoren. Maar voor niets gaat de zon op. Uiteindelijk moet die hardware betaald, meestal door de machinebouwer. Kouwenhoven: “Op een hele machine lijkt 400 euro misschien niet veel, maar op jaarbasis telt het natuurlijk wel op. En waarom zou je ze überhaupt uitgeven als het niet hoeft?” Kouwenhoven geeft toe dat je bij de grotere machines er waarschijnlijk niet aan ontkomt om extra switches toe te passen. Maar voor de kleinere modellen kan de routingsoftware gewoon op het micro-SD-kaartje van de controller staan. Wel zo handig, ook als er iets mis gaat: je vervangt het kaartje en je draait weer.

Cyberveilige smaken
En wat rekent Sigmatek dan? Want ook in Oostenrijk gaat alleen de zon voor niets op.  “Helemaal niks”, glimlacht Kouwenhoven. “Maar dan moet je wel zelf een server hebben en de software hierop onderhouden. Heb je die niet of is het up-to-date en cyberveilig houden van IT-infrastructuur niet je ding, dan kan je ook gebruik maken de Sigmatek server. Hiervoor betaal je eenmalig 50-70 euro zodat je voor de gehele levensduur van de machine toegang hebt tot alle machinedata. Wil je die data ergens in de cloud opslaan dan dat bijvoorbeeld in een Azure omgeving: ook Mqtt, een protocol dat onder andere queing mogelijk maakt, wordt ondersteund. Hiervoor moet je bij Microsoft wel de MB’s afrekenen. Ook zijn er genoeg applicaties van derden die OEE-dashboards of andere tools bieden die data naar informatie omzetten en visualiseren. Ook die zijn natuurlijk niet gratis.” En wat rekent Sigmatek dan? Want ook in Oostenrijk gaat alleen de zon voor niets op.  “Helemaal niks”, glimlacht Kouwenhoven. “Maar dan moet je wel zelf een server hebben en de software hierop onderhouden. Heb je die niet of is het up-to-date en cyberveilig houden van IT-infrastructuur niet je ding, dan kan je ook gebruik maken de Sigmatek server. Hiervoor betaal je eenmalig 50-70 euro zodat je voor de gehele levensduur van de machine toegang hebt tot alle machinedata. Wil je die data ergens in de cloud opslaan dan dat bijvoorbeeld in een Azure omgeving: ook Mqtt, een protocol dat onder andere queing mogelijk maakt, wordt ondersteund. Hiervoor moet je bij Microsoft wel de MB’s afrekenen. Ook zijn er genoeg applicaties van derden die OEE-dashboards of andere tools bieden die data naar informatie omzetten en visualiseren. Ook die zijn natuurlijk niet gratis.” 

Of het rechtstreeks inloggen op de controller ook net zo veilig is als de kastjes-oplossing, waar ook firewall functionaliteit in zit? Volgens Kouwenhoven is het net zo veilig. De software doet namelijk precies hetzelfde. “Elke Sigmatek CPU – maar dat geldt inmiddels industriebreed – is zowel van  OPC UA server- als  OPC UA client-software voorzien. Er moet namelijk zowel met onder-als bovenliggende automatiseringslagen gecommuniceerd kunnen worden. In deze standaard is ook in cyberveilige communicatie voorzien. In eerste instantie is er alleen communicatie van binnen naar buiten: de CPU meldt zich bij de server. Deze zet vervolgens een versleutelde VPN-tunnel met de CPU op. 

Meer rekenkracht voor  HTML5
Nu heeft Sigmatek zelf ook de nodige remote kastjes. Dus waarom juist nu met een ‘soft router’ komen? Dat heeft vooral met de rekenkracht van de nieuwe generatie CPU’s te maken.  Want juist die extra rekenkracht maakt het mogelijk allerlei taken zoals routing lokaal af te handelen. Tegenwoordig geldt dat zelfs voor HTML 5. Kouwenhoven: “Tot voor kort was er in de industrie niet genoeg rekenkracht om HTML5 voor HMI’s toe te passen. Dat maakte bijvoorbeeld als multi-touch en een responsive ontwerp via css en java er lastig.” Maar HTML 5 is toch al jaren oud? “Klopt, maar de meeste websites waar het wordt toegepast zijn grotendeels statisch. Bij machines is dat deel slechts 10 tot 20 procent. De rest is levende data en dat vergt veel meer processorcapaciteit. Nu die voor handen is hebben we onze HMI’s kunnen uitrusten met een CPU met embedded Chromium browser. En een tool op een intuïtieve photoshop-achtige manier de hele visualisatie van de bediening in eigen huisstijl kan worden ontworpen, inclusief koppeling met de besturing en live data uit de machine.”

Yaskawa robot demo gemist op de Empack? 
tekst; Ad Spijkers Robot Magazine

 Begin deze maand vond de Empack in Gorinchem plaats, waar de stand van SigmaControl en die van Yaskawa tegenover elkaar stonden. Bij Yaskawa een robot demo met een PLC van Sigmatek, die communiceerde met de controller van één van de Yaskawa robots. Support engineer Dennis van Schaik van SigmaControl in Barendrecht vertelt over het waarom en hoe.

Vanaf een PLC
 De meeste industriële robots worden cartesiaans aangestuurd met een CNC-achtige besturing, terwijl PLC's sequentieel taken aansturen. De gemiddelde programmeur heeft niet van beide kaas gegeten. Van Schaik: "Vroeger had je een PLC-programmeur én een robotprogrammeur nodig voor zo'n koppeling. Als de robot een andere handeling moest doen of een ander pad moest volgen, werd de robotprogrammeur ingeschakeld. De PLC-programmeur kon die wijzigingen niet doorvoeren. De bedoeling is dat een gebruiker of programmeur vanaf de PLC de robot kan programmeren zonder dat hij of zij dat vanaf de robot moet doen of kennis moet hebben van de robotprogrammeertaal. Het robot bedieningspanel (TeachPendant) wordt daarmee overbodig want alle instructies komen vanuit de PLC.Yaskawa had al een protocol (MotoLogix) om met een PLC robots te programmeren, zonder dat dit op de robot zelf moet gebeuren. Die PLC hoefde niet van Yaskawa zelf of dochter VIPA te zijn – er zijn al koppelingen met PLC's van andere aanbieders en nu dus ook van Sigmatek. Ze hebben die mogelijkheid via verschillende industriële bussystemen. Met deze oplossing kunnen alle programmeerhandelingen vanuit de PLC worden doorgevoerd, dus heb je alleen een PLC-programmeur nodig. Er zijn dus minder programmeurs nodig, nog los van het feit dat die moeilijk te vinden zijn.Het hele kinematische model en de afhandeling van het traject blijven plaatsvinden in de robot-controller. 

 De dertig tot veertig jaar ervaring met en kennis van technologie en kinematica zit nog steeds in de Yaskawa-besturing. De baanbeschrijving die je normaal inprogrammeert in het TeachPendant van Yaskawa doe je nu in de PLC. Hier bepaal je dat de robot van A naar B moet. Wat de coördinaten zijn, hoe de robot daar komt (lineair, ashoeken, absoluut, relatief), al dat soort functies wordt nu ingegeven in de PLC."Voor een PLC-programmeur met motion-ervaring binnen Sigmatek zal het werken met de Motologix library direct herkenbaar zijn. Hij heeft alleen een basistraining van Yaskawa nodig; hij hoeft geen programmeertraining voor de robot te volgen. De ervaring leert inmiddels dat een training offline of op locatie van een halve of hele dag voldoende is. Van Schaik: "We hebben nu een vijftal klanten die de combinatie van Sigmatek PLC en Yaskawa robot gebruiken. Drie daarvan hadden niet eens onze hulp nodig om de combinatie aan de praat te krijgen. Ik heb ze de library met een korte demo gestuurd, daarna heb ik alleen een paar kleine vragen gehad."

Doorontwikkeling
 Niet gehinderd door enige programmeerkennis vraagt uw redacteur zich af waarom er twee jaar over de ontwikkeling heen is gegaan. Van Schaik: "De eerste versie draaide na een maand of anderhalf en werd uitgeleverd. Deze klant maakt robotsystemen om ziekenhuisbedden te desinfecteren. Maar verdere promotie gebeurde eigenlijk niet. Vaak kozen klanten voor een robotoplossing van Yaskawa in combinatie met MotoLogix."Maar een jaar geleden meldde zich een grote Duitse onderneming die eiste dat de combinatie van Yaskawa robot en Sigmatek PLC ging werken over VARAN, de door Sigmatek ontwikkelde versie van industrieel ethernet. Deze eis was voor Yaskawa aanleiding om een printkaart voor Varan te gaan ontwikkelen.Toen die interfacekaart beschikbaar kwam, breidde Van Schaik de library voor de PLC uit naar de volledige MotoLogix library. Dat kostte tijd. Inmiddels is het Varan interfacebord gereed voor serieproductie en is de library voor de Sigmatek PLC op het gelijke niveau als de libraries voor andere PLC-merken. Klanten kunnen de combinatie nu als kant en klaar systeem aanschaffen. Het nieuwe Yaskawa-bord is overigens voorbereid voor verschillende industrial ethernet systemen, bijvoorbeeld Ethernet/IP en ProfiNet. Dat bord communiceert nu alleen met de Sigmatek PLC; hij is eigenlijk slave-deelnemer op de Varan-bus.

Hardware
 Klanten zien natuurlijk het liefst dat alle aansturing in één apparaat en op één backplane zit. Maar zo gemakkelijk is dat in de praktijk niet, zegt Van Schaik. "Als je alles in één controller zou willen stoppen, moet je die veertig jaar ervaring met robots overzetten naar een PLC. Dan moet je de kinematica in de PLC gaan schrijven. Een robot heeft erg ingewikkelde kinematica en veel oplossingen om in een lineair stelsel te komen. Dat kost veel geheugen en rekenkracht. Het is veel handiger om daar het bestaande Yaskawa rekenmodel voor te gebruiken in plaats van dat over te zetten naar een PLC. Dan begin je eigenlijk helemaal opnieuw, terwijl het wiel al lang voor je is uitgevonden. Je zou ook de PLC in de robot-controller kunnen onderbrengen, maar dan zou je met die controller ook de rest van de machine of installatie moeten aansturen. Daar is die robot-controller dan weer niet voor gebouwd.Qua hardware hoefde aan de PLC niets te gebeuren. Hij communiceert via de standaard aanwezige ethernet- of VARAN poort  op de Sigmatek PLC met de robot-controller. Het mooie van deze oplossing is, dat ik gebruik kan maken van ServoFloat en BeltTracking, speciale functies die standaard in een Yaskawa controller zitten. Ik hoef ze alleen te parametreren en aan te roepen via de PLC. Ik kan tools en frames wisselen via de PLC. Je maakt gebruik van de routines en functies die al in library van de robot-controller zitten."

Safety
 Hetzelfde geldt voor de robotbeschermingsfuncties zoals torque-detectie (beperken van schade in geval van een botsing). Van Schaik: "Dat is een van de redenen dat je het op deze manier doet. De functionele veiligheid (Safety Speed, Safety Areas etc.) blijft in de robot-controller en wordt tijdens inbedrijfname ingericht en vervolgens afgenomen door een veiligheidsspecialist. De robotbeschermingsfuncties daarentegen zijn te parametreren vanaf de PLC. De afhandeling van torque-detectie, het aanspreken van naderingssensoren, het verbreken van deurcontacten en andere triggers waarop de robot stilvalt, wordt gedaan in de robot-controller. Als zich een incident dreigt voor te doen, grijpt de robot-controller in en niet de PLC. De robot-controller zal wel terug melden aan de PLC dat hij is gestopt en waarom. De operator of PLC-programmeur kan daarop handelen."Sigmatek biedt de mogelijkheid om te werken met een draadloze handheld  inclusief safety functies zoals een noodstop en dodemansknop . Van Schaik: "Voor de demonstratie tijdens de Techniekdagen van Yaskawa heb ik gekozen voor deze draadloze communicatie. Ik kan via de draadloze terminal van Sigmatek communiceren met de PLC, ook voor de safety-commando's. De PLC roept dan weer de commando's voor de Yaskawa robot aan, nog steeds via Modbus of Varan . Het panel is overigens ook zonder safety te krijgen."

Marketing
 Gaat SigmaControl nu Yaskawa robots verkopen? Gaat Yaskawa PLC's van Sigmatek leveren? Dat denkt Van Schaik niet. "Wij hebben ieder onze eigen producten en expertise. We promoten elkaar nu wel in projecten. Wij hebben onder meer een specialist in tuinbouwautomatisering met alleen PLC-programmeurs als klant. Die was zich bij diverse aanbieders aan het oriënteren op systemen met robotica. Mensen van dat bedrijf zijn ter informatie bij Yaskawa en bij ons geweest en inmiddels hebben ze al een aantal projecten uitgevoerd met Yaskawa robots en Sigmatek PLC's. Voor Sigmatek-klanten is het nu gemakkelijker om een robot in te zetten zonder programmeurs op training te moeten sturen. Ze hebben al te weinig mensen en te weinig tijd. Nu ze met vrij weinig inspanning kunnen overgaan op deze oplossing, is dat een aantrekkelijke keuze."Werken Sigmatek en SigmaControl ook samen met andere robotleveranciers? Van Schaik: "Sommige robotaanbieders bieden die mogelijkheid in principe wel, andere helemaal niet. Soms hebben ze zich aan een bepaald PLC-merk verbonden en staan niet open voor nieuwe toetreders. Yaskawa is eigenlijk de enige robotfabrikant die echt open staat voor koppeling aan PLC's van derden. Heel verstandig, want er zijn inmiddels de nodige projecten gedaan met Yaskawa robots in combinatie met Sigmatek PLC's."Eddie Mennen, directeur van Yaskawa Benelux, is dat met hem eens. "Wij hebben inderdaad een aantal projecten mogen uitvoeren waarbij onze robots communiceerden met Sigmatek PLC's. Dit is een mooie oplossing als klanten op Yaskawa en/of Sigmatek zijn gestandaardiseerd. Dankzij de koppeling komen we in contact met nieuwe klanten, waar we in de toekomst mogelijk meer projecten kunnen uitvoeren."